De ruwe distel, een magneet voor bestuivers.

Centaurea scabiosa, ook wel bekend als de ruwe centaurie, ruwe distel of schubbige distel, is een plant die behoort tot de familie Asteraceae (de composietenfamilie). Deze plant komt voor in grote delen van Europa en Azië, en ook in sommige delen van Noord-Amerika. Het is een opvallende wilde plant die in verschillende ecosystemen kan voorkomen, waaronder graslanden, bermen, wegkanten, en droge weiden.
Uiterlijk: De ruwe centaurie is een meerjarige plant die tussen de 30 en 100 cm hoog kan worden.

 Kenmerkend voor de plant zijn de volgende eigenschappen:

• Bladeren: De bladeren zijn grof, scherp getand, en vaak behaard, wat de plant zijn naam "scabiosa" (wat "ruw" of "ruw aanvoelend" betekent) geeft.
• Bloemen: De bloemen zijn opvallend en hebben een mooie lila, paarse of roze kleur. Ze groeien in mandachtige bloemen, typisch voor de composietenfamilie. De bloemen zijn samengesteld uit buisbloemen in het midden en lintbloemen aan de buitenkant.
• Stengels: De stengels zijn rechtopstaand, ruw behaard, en vaak vertakt.

Ecologische waarde

• Bestuivers: Zoals veel planten uit de Asteraceae-familie, is de ruwe centaurie aantrekkelijk voor allerlei bestuivers, waaronder bijen, vlinders en andere insecten die nectar en pollen verzamelen.
• Bodemverbeteraar: De plant speelt een rol in het verbeteren van de bodemstructuur, vooral in graslanden, door organisch materiaal toe te voegen wanneer de plant verwelkt en afsterft.
• Biodiversiteit: De bloemen en bladeren van de ruwe centaurie bieden voedsel en schuilplaatsen voor een breed scala aan insecten, en de plant draagt bij aan de algemene biodiversiteit in grasland- en weidegebieden.
  
• De ruwe centaurie groeit vaak in drogere, kalkrijke grond. Je kunt de plant vinden in weiden, bermen, graslanden, en langs wegen. Het is een inheemse plant in Europa en Azië, en heeft zich op sommige plaatsen ook verspreid naar Noord-Amerika.

Centaurea scabiosa is vooral een aantrekkelijke plant voor insecten zoals bijen en vlinders en draagt bij aan de biodiversiteit van graslanden en andere open terreinen. Het heeft geen belangrijke geneeskrachtige toepassingen, maar heeft wel waarde voor het milieu.